Scroll naar beneden

Je vriendjes uitnodigen om te komen schaatsen op de kasteelgracht, de grootse adellijke drijfjachten van dichtbij meemaken en slapen in een kasteelkamer. Het lijkt een droom die alleen voor de hoog geborenen is weggelegd, maar het was werkelijkheid voor Henk Roestenburg (71).

Samen met zijn zussen Ria en Gonny groeide Henk op in Kasteel d’Oultremont. Hij was helemaal niet rijk, maar had geluk. Zijn overgrootvader Arnoldus was tuinman van de adellijke familie d’Oultremont. In 1872 neemt Graaf Adrien hem in dienst. Hij gaat wonen in de boerderij aan het einde van de Kasteellaan. Henk wijst een paar hoge coniferen aan achter het kasteel: “Die zijn waarschijnlijk door hem geplant bij de aanleg van de Engelse tuin in 1875."

“Als de kasteelgracht bevroren was mochten de kinderen komen schaatsen.”

Hedrikus, de opa van Henk neemt na 50 jaar dienst de rol van zijn vader over. “Opa nam zijn taak heel serieus. Iedereen was bang voor hem. Niemand mocht in het bos van de graaf komen. Maar als de kasteelgracht bevroren was, mochten de kinderen er wel komen schaatsen”, vertelt Henk.  In 1913 wordt Henks vader Nol geboren. Hij start in 1938 een eigen boomkwekerij op Landgoed Steenenburg, Net na de Tweede Wereldoorlog trouwt hij. Niet de beste tijd om een gezin te stichten, want de woningnood is hoog. Graaf Pierre, de zoon van Adrien, biedt uitkomst. De familie d’Oultremont gebruikt het landgoed alleen als buitenplaats, de rest van de tijd staat het kasteel leeg. Het jonge gezin mag van hem tijdelijk in het kasteel wonen. ,,Dat werd uiteindelijk 33 jaar, tot 1978", vertelt Henk.

Henk woont dan met zijn ouders en zussen in een heus kasteel. Dat lijkt reusachtig, maar het gezin woont in vijf kleine kamers, aan de achterzijde van het kasteel. Met een opklapbed voor Henk. “Het was daar 's winters zo koud dat de ijsbloemen op de ruiten stonden en onze dekens stijf bevroren waren." In het voorjaar, in de zomermaanden en voor de drijfjacht in het najaar komt de familie d’Oultremont naar haar landgoed. Henk herinnert het zich nog goed.  “We werden twee weken vooraf per brief geïnformeerd. Dan werden alle hulptroepen opgetrommeld om het grafelijk huis, met 38 kamers en vier badkamers, op te poetsen. Het rook er weken naar boenwas."

“Alles was groot, maar het was mijn thuis.”

De jacht is een uitje op stand. Henk: “Het was een hele happening met veel rijke gasten. Er werd geschoten op hazen, konijnen en fazanten. Ze schoten vaak mis, zeker na de lunch, als er teveel wijn gedronken werd." Op zijn 23ste trouwt Henk en verlaat hij zijn geboorteplek. Vijf jaar later vertrekken ook zijn ouders en verkoopt graaf Roland d’Oultremont het landgoed.

Pas na zijn vertrek ziet Henk in hoe ongewoon het is om geboren en getogen te zijn op kasteelgrond. “Voor mij was het gewoon thuis. Al was alles wel groot. De lange Kasteellaan en het gebouw." In 1976 neemt Henk kwekerij Roestenburg over van zijn vader. Deze ligt aan de overkant van het landgoed en is nu nog steeds in bedrijf met een nieuwe eigenaar onder dezelfde naam. Dagelijks ziet Henk met jeugdvriend André Janssen toe op zijn geboortegrond. De diepgewortelde verbinding met Landgoed Steenenburg blijft.